Billenbrood en ander kinderleed

Brood heb je in vele vormen en maten maar toen deze kiloknaller op de aanrecht stond af te koelen, kwam zoon Stijn net uit bed en niet meer bij van het lachen en riep uit: Billenbrood! Tsja, jongentjes….
Oké, voortaan is dit knipbrood dus omgedoopt in Billenbrood, daar komen we niet meer vanaf. Nu zijn mijn koters goed voor 4 bruune boterhammen p.p. voor ontbijt en vijf p.p voor mee naar school, winkelbrood dus, en geef niet minder want dan worden ze ongelukkig.
Maar dit is geen winkelbrood en wanneer ik mijn broodklantjes meedeel dat ze “maar” drie boterhammen meekrijgen, zitten er twee ontzette stokstaartjes tegenover me met een vleugje wanhoop in de ogen. Dat redden we nooit! Gelijk paniekerig de vraag erachteraan wat we vanavond dan eten…
Terwijl ik twee loeizware broodtrommels vul, toch goed voor bijna een pondje voor elk vermoed ik, bekruipt me tegen beter weten in toch een klein twijfeltje, het zal toch wel genoeg zijn? Die arme kinderen, zitten ze dadelijk met knorrende maagjes op school en dat is dan mijn schuld, slechte moeder zeg!
Kwart voor drie, daar komen de bikkels aangefietst en ik sta al bij de deur en vraag direct: Was het genoeg???
Was het genoeg vraagt ze, puft dochter Sophie, was het genoeg. Mam! Ik heb niet eens buiten kunnen spelen in de pauze! Zoon Stijn: ik moest het mee naar buiten nemen om het daar nog naar binnen te kunnen werken terwijl ik aan het voetballen was.
Misschien moet ik voortaan de lunchtrommels wegen in plaats van boterhammen tellen. En als ik een keer onverhoopt bij gebrek aan vers eigen brood bij een bakker belandt dan maar niet vraag om een pondje brood in plaats van een halfje…